Op deze pagina komt een korte beschrijving van de verschillende disciplines die bij de HVN getraind worden.
De voornaamste zijn het langzwaard, dolk en worstelen. De andere wapens worden in de vrije training en spartraining gebruikt.
Langzwaard
Het Europees langzwaard werd voornamelijk gebruikt tussen ongeveer 1350 en 1550. Maar verschijnt ook al in de 13e eeuw en zo laat als de 17e eeuw. De totale lengte van het wapen kon gaan van 120 cm tot 160 cm en ook qua gewicht zat er veel verschil, met een gemiddelde van 1 tot 2 kilo. Wat belangrijk is om te onthouden is dat er niet zoiets is als een standaard langzwaard. Historisch gezien was er veel verschil tussen de wapens, wat te maken heeft met stijl, periode, locatie en bijvoorbeeld de smid die hem gemaakt heeft.
Het langzwaard werd gebruikt om de drie Verwondingen of drie Wonderen toe te passen, slaan, steken en snijden. Maar ook de andere onderdelen van het langzwaard, pommel en stootplaat, werden zowel offensief als defensief gebruikt. Het oudste manuscript wat gevonden is voor het langzwaard komt uit 1389 en is het oudste in de Duitse traditie. De andere grote school is de Italiaanse school welke voor het eerst voorkwam in Fiori dei Liberi’s manuscript in 1410. Voor meer informatie over het langzwaard ga naar deze Wiktenauer pagina.
——————————————————————————————————————
Dolk
De dolk komt voor in bijna de complete geschiedenis van de mens. Het is dus ook onmogelijk en onnodig om hier jaartallen aan te verbinden. In de oudste manuscripten word wel al verwezen naar de dolk, zoals Johannes Liechtenauer, een van de meest invloedrijkste meesters, zegt: “worstel goed, ga goed om met de speer, zwaard en dolk op een mannelijke manier”. Het was dus belangrijk om goed om te kunnen gaan met meerdere wapens.
Het dolk vechten was ook voor velen een noodzaak meer dan een luxe, bijna iedereen droeg een mes of dolk en voor zelf verdediging was het kunnen omgaan hiermee dus ook van belang. Technieken zijn soms ongewapend tegen iemand met een dolk, maar ook dolk tegen dolk. Sommige manuscripten gaan uit van een aanvaller die al inkomt met een steek, terwijl andere zelfs meer preventief werken zoals bijvoorbeeld Nicolaes Petter, een 17e eeuwse Nederlandse die aangeeft dat als iemand zijn mes wil trekken je gelijk de hand moet grijpen om vervolgens een techniek toe te passen. Een paar voorbeelden van interessante dolk manuscripten zijn bijvoorbeeld Paulus Hector Mair, Achille Marozzo en Nicolaes Petter.
——————————————————————————————————————
Ringen (worstelen)
Net als het dolk vechten is worstelen zo oud als de mensheid. Ook het worstelen werd als een van de basis vaardigheden aangeschreven. Het is een discipline die erg belangrijk is voor alle andere omdat je ook moet kunnen omgaan met een gevecht op korte afstand. Daarnaast levert worsteltraining een goede conditie op, goed voetenwerk en betere controle over je lichaam.
Enkele belangrijke worstelaars zijn bijvoorbeeld Ott Jud, Fabian von Auerswald en Fiori dei Liberi. In de verschillende manuscripten kom je veel verschillende soorten technieken tegen. Slagen en trappen komen er in voor maar ook worpen, arm klemmen, verwurgingen en nog veel meer. Sommige boeken werken met het vastpakken van kleding terwijl anderen dit compleet vermijden. Ook dit heeft weer te maken met de periode en de stijl.
Veel manuscripten hebben onder andere ook een deel met Ringen am Schwert, het worstelen met het zwaard. dit komt nog veel van pas bij het sparren of het vechten van toernooien waar vechters wel een in een clinch komen.
——————————————————————————————————————
Sabel
De sabel is van origine een cavalerie wapen met een oorsprong al rond de 9e eeuw. Het type sabel waar wij mee trainen is van een latere periode. Namelijk het 19e eeuwse militaire sabel wat tijdens de Napoleontische oorlogen enorm populair werd. Toen nog steeds vooral in gebruik door de cavalerie, maar ook steeds meer door grondtroepen. Daarnaast werd de sabel een statussymbool en kreeg het veelal een ceremoniële status.
In het leger van de 19e eeuw werd (sabel)schermen aangeboden om soldaten fysiek te trainen en omdat handgemeen nog veel voorkwam in oorlogstijd. Het militair sabel vechten is amper te vergelijken met het moderne sportsabelschermen. Veel van de terminologie komt overeen maar het wapen werd veel meer daadwerkelijk als een wapen gebruik waarbij men moest letten of de snijkant en de punt. Een van de trainingswapens die gebruikt werden en worden om sabel te trainen is de single stick.
——————————————————————————————————————
Zwaard en Beukelaar
De zwaard en beukelaar is een combinatie die een lange tijd voorkomt. Het actieve gebruik word geschat op een periode van tussen 1100 en 1600. Het oudste bekende vechtboek is de MS. I.33 welke enkel gaat over het vechten met zwaard en beukelaar. Enkele andere meesters die het zwaard en beukelaar gebruiken zijn bijvoorbeeld Hans Talhoffer, Achille Marozzo en het Gladiatoria manuscript.
Het enkelhandige zwaard kent meerdere combinaties waaronder dus de beukelaar, maar kan ook in combinatie met een dolk, cape, rotella of een tweede zwaard. Er zijn ook manuscripten waarbij gevochten word met rapier en beukelaar.
——————————————————————————————————————
Messer
De messer (ook wel grosses messer, kriegsmesser of war knife genoemd) is een enkel handig zwaard met maar één snijkant. Het was het meest populair in periode van de 14e, 15e en 16e eeuw. Een kenmerk van een messer is de Nagel die rechts bij de stootplaat uitsteekt. deze beschermt de hand nog net iets meer.
De messer heeft een aantal specifieke vechtboeken, geschreven door onder andere Lecküchner, Hans Talhoffer en Albrecht Dürer.